ISO Bestandssysteem instellingen (Scan opties)

Tijdens de interpretatie van het Bestandssysteem, gebruikt IsoBuster een aantal structuren en baseert de analyse op een aantal velden in deze structuren. Zo bevindt de PathTable zich in één of meerdere blokken op de CD/DVD en bevat de PathTable een lijst van alle mappen. In feite zijn er twee PathTables, elk op verschillende locaties op de schijf. Eén PathTable bevat de mapadressen in Big Endian notatie en de andere PathTable bevat de adressen in Little Endian notatie.
De Directory-structuren bevatten ook de adressen in Big- en Little Endian notatie, maar niet in verschillende tabellen op verschillende locaties. Eén vermelding bevat zowel de Big als Little Endian notatie, het is slechts een kwestie van kiezen welke te gebruiken.
Windows gebruikt de Path Table niet en vindt direct de Root-directory, waarbij alleen de Little Endian-adressen worden gebruikt. IsoBuster gebruikt (standaard) de PathTable omdat dit sneller is en als de Root-directory corrupt is, kunnen in ieder geval de andere directories nog worden gevonden. IsoBuster gebruikt standaard de Big Endian-adressen omdat Windows deze niet gebruikt, zodat IsoBuster een alternatief biedt. Via de Opties kan IsoBuster echter worden ingesteld om dezelfde methoden als Windows te gebruiken. In die gevallen worden de Bestandssysteemiconen vergezeld van een Windows-vlagpictogram.
Een uitzondering hierop is het CD-i Bestandssysteem. CD-i vereist een PathTable; er is geen andere manier en CD-i is volledig afhankelijk van de Big Endian-adressen. Opties die hiermee in strijd zijn, worden genegeerd tijdens de interpretatie van het CD-i Bestandssysteem.
Mastering-toepassingen negeren vaak de zaken die Windows niet gebruikt, zoals de PathTable en de velden met de Big Endian-adressen. Smart Projects observeert en probeert leveranciers in de juiste richting te sturen (met succes).
De Opties:
Big Endian : De velden met de Big Endian adressen en de PathTable met de Big Endian-adressen worden gebruikt. Dit is de standaardinstelling.
Little Endian : De velden met de Little Endian adressen en de PathTable met de Little Endian-adressen worden gebruikt. Dit is de enige instelling die bekend is bij Windows.
Negeer PathTable : Hiermee wordt IsoBuster gedwongen te starten vanuit de Root-directory en de PathTable te vergeten. Dit is hetzelfde mechanisme dat Windows gebruikt, maar het wordt niet aanbevolen. Het werkt sneller met een PathTable. Schakel deze optie alleen in als je vreest dat de PathTable niet correct is. Dit zal vrijwel nooit het geval zijn (ervaringsgewijs) en deze optie is meer voor onderzoeksdoeleinden.
Toon beide (Big en Little Endian) : Dit toont het Bestandssysteem gebaseerd op de Big Endian tabellen en het Bestandssysteem gebaseerd op de Little Endian tabellen (zie boven voor uitleg).
Prompt bij zachte 'out-of-spec'-fouten: Vooral aan het begin van CD en DVD was er nogal wat variatie in interpretaties van de specificatie. Deze fouten in het bestandssysteem worden allemaal door IsoBuster afgehandeld en/of begrepen. Het heeft dus weinig zin om je hierover te waarschuwen. Desondanks kan IsoBuster je continu waarschuwen als je deze optie inschakelt. IsoBuster gaat in ieder geval gewoon verder en werkt het probleem om.
Prompt bij ernstige 'out-of-spec'-fouten: Van tijd tot tijd worden ernstige fouten in het bestandssysteem aangetroffen. Mogelijke oorzaken zijn slecht gemasterde schijven of corrupte gegevens door leesfouten enz. Wanneer deze worden aangetroffen, neemt IsoBuster hier kennis van en stopt standaard met wat het aan het doen was. Bijvoorbeeld tijdens het parseren van een map stopt het op dat punt en gaat door naar de volgende map. Het heeft geen zin om verder met alle slechte gegevens te werken. Als je deze optie inschakelt, wordt je gevraagd en krijg je de keuze om te stoppen (standaard) of verder te zoeken (wat waarschijnlijk meer van deze fouten en prompts veroorzaakt).
Tekstconversies
Mac-eigenschappen en extractiemethoden
Schrijftoepassing-specifieke opties
El Torito (Boot)